Ajax won dertig jaar geleden zowel de Champions League als de wereldbeker. Juventus FC voorkwam daarna een herhaling van dat droomseizoen. Terug naar de Romeinse nacht van 23 mei 1996.
Ik heb een zwak voor mensen die met een enorme toewijding hun werk doen. Bij Ajax leerde ik er velen kennen. Trainers, jeugdleiders, vrijwilligers en Bobby Haarms natuurlijk. De eminente ‘mijnheer’ Schoevaart, Sjaak Swart, Tonny Bruins Slot en Heini Otto, maar ook stillere krachten achter de schermen, op wie de club 24 uur per dag een beroep kan doen. Diepe buiging.
Wat andere mensen verder ook van hem vinden, Louis van Gaal hoort voor mij eveneens thuis in dat rijtje. Toen hij hoofdtrainer was – van 1991 tot 1997 – leverde hij een wekelijkse column aan De Courant Nieuws van de Dag. Ik werd zijn ghostwriter. Je kon in die tijd nog een ploeg opbouwen, maar óók een vertrouwensband. De sportieve successen waren talrijk. Dat schreef lekker weg. Achteraf besef je pas hoe bijzonder dat is geweest, die rechte weg omhoog naar de wereldtop.
Daarnaast zag je in zijn 234 stukjes de ontwikkeling van Van Gaal als mediafenomeen. Gaandeweg ontdekte hij dat zijn vaste hoekje in de krant meer gewicht kreeg. Bovendien werd er niet in zijn teksten geknipt, zoals dat tot zijn ergernis op radio en televisie wel met regelmaat gebeurde.
De overwinning op AC Milan in Wenen en aansluitend de huldiging per rondvaart. Het was één groot feest. Van Gaal spijkerde elk detail in zijn geheugen en vertelde ontroerd hoe hij bejaarde Amsterdammers jubelend bij het raam zag staan. Maar een jaar later kwam de kentering met het verlies tegen Juventus. Waarom ik die avond dan toch koester? Omdat het zo kenmerkend is voor de bevlogen vakman Van Gaal.
Net als in Wenen hielden we een dagboek bij. Deze keer kwam er geen tjokvol Museumplein, geen deinende woonboten in de grachten. Met een heel ander perspectief, sprong ik na afloop in een taxi om Louis te ontmoeten voor de laatste column van het seizoen.
Dat bleek nog niet zo eenvoudig. Het spelershotel was tijdelijk veranderd in een onneembare vesting. Gelukkig smokkelde zijn vriendin Truus mij langs de blokkade van de carabinieri. Eigenlijk was het al laat. De verlenging, penalty’s en trage reis door het drukke verkeer, hadden mijn deadline snel naderbij doen komen. Inwendig vloekend ijsbeerde ik daar tussen spelersvrouwen en onvermijdelijke vips door.
Tot overmaat van ramp kreeg Schelto Patijn ons in zijn vizier. Hij maakte zich los uit het boboclubje en kwam iets te enthousiast naar ons toe. Ik zag de bui al hangen.
Even voor twee uur ’s nachts draaide de Ajaxbus eindelijk het terrein op. Louis leek verdoofd door teleurstelling, zo dacht ik in zijn ogen te lezen. Een blik die je zelden aantreft op het doorgaans uiterst zelfverzekerde gezicht. Hij zocht meteen de armen en troostende woorden van Truus en had verwacht dat we voor het eerst in vijf jaar te laat waren. Ik vertelde hem dat we bij hoge uitzondering de deadline iets konden oprekken, waarop hij de toch al veel te lauwe afterparty zonder aarzeling verliet.
We zochten in de buitenlucht de stilte op, ploften neer op een reuzenkei voor een gesprek in sneltreinvaart, maar kwamen moeizaam op gang, vol van alle emoties. Toch toonde hij zich, na de derde Europese finale in vijf jaar, een groot verliezer. Hij berustte in het feit dat zijn ploeg te gehavend was om de Champions League opnieuw te winnen.
“Uiteindelijk breekt het lijntje toch een keer,” zo sprak hij zijn respect uit voor Juventus, dat brutaal met drie spitsen was begonnen. Hij complimenteerde pechvogels Edgar Davids en Sonny Silooy, omdat zij een penalty durfden te nemen. “Te veel spelers wilden dat namelijk niet. En op dat moment wist ik eigenlijk al dat het fout zou gaan.”
Tot overmaat van ramp kreeg Schelto Patijn ons in zijn vizier. De burgemeester van Amsterdam maakte zich los uit het boboclubje en kwam iets te enthousiast naar ons toe. De schrijver was niet belangrijk, de trainer des te meer. Ik zag de bui al hangen. Maar Louis redde de nacht. De column stond hoger op zijn prioriteitenlijst. Hij verzaakte nooit, zelfs hier niet. Afspraak was afspraak. Gedwee droop Patijn af. We hadden onze rust in de hectiek terug.
Ons vaste ritueel duurde krap tien minuten. Daarna ging de verslagen coach terug naar de gasten en kreeg Patijn ongetwijfeld een nieuwe kans. Ik rende met de tekst onder mijn arm naar een lantaarnpaal – mijn laptop was verouderd en niet verlicht – om zo snel mogelijk de tekst op de redactie in Amsterdam te krijgen.
Een jaar later realiseerde ik me dat het meer betekende dan alleen een onvergetelijke werkdag met een loyale Ajacied. Op die steen in Rome eindigde ook een tijdperk.
Dit artikel is onderdeel van een speciaal themanummer van ons magazine Ajax Life, waarin we toewerken naar Ajax’ vijfhonderdste officiële duel in Europa. De finale tegen Juventus staat als nummer 216 op die lijst.
Sluit je aan bij onze ruim 150.000 leden. Samen staan we achter Ajax. Omdat SV Ajax opkomt voor jouw belangen ben je nog meer met Ajax verbonden.
* Prijzen lidmaatschappen verschillen per leeftijdsgroep en aantal leden per gezin.
Voorrang bij kaartverkoop
Tijdens evenementen dichtbij spelers
Heel veel korting, acties en prijzen!
© 2025 ajaxlife.nl – Powered by TRES