Het zag er wat sneu uit. De MVV-fan, verkleed als Viking, die in het verder lege bezoekersvak spandoeken oprolde voor de terugreis naar Maastricht. Net als een jaar geleden was Jong Ajax op carnavalsmaandag te sterk voor de bezoekers. Jong Ajaxtrainer Dave Vos beschikte met Anton Gaaei, Ahmetcan Kaplan, Ar’jany Martha, Silvano Vos, Sivert Mannsverk, Kian Fitz-Jim en Julian Rijkhoff over een sterk en ervaren elftal.

De bezoekers, die strijden om de periodetitel, kwamen er tegen een fel Jong Ajax dan ook niet aan te pas. Waar op bezoek bij Jong FC Utrecht (0-1) de aanvoer vanaf het middenveld naar de aanval te wensen over liet, daar was dat tegen MVV juist goed op orde. Al in de eerste vijf minuten waren er mogelijkheden voor Kaplan, Rijkhoff en Fitz-Jim.

Dankzij het flitsende spel in balbezit, het hoog drukzetten en het snel opjagen na balverlies, deed de thuisploeg in het eerste halfuur meteen goede zaken. Rijkhoff stopte veel energie in het afjagen en maakte na een ruim kwartier de openingstreffer. Hij vierde dat uitbundig voor de fotografen. Een klein kwartier later verdubbelde de teruggekeerde spits de voorsprong.

Na rust veranderde er weinig aan de dominantie van Jong Ajax, dat opnieuw goede kansen kreeg de score op te voeren. Dat lukte uiteindelijk alleen nog invaller Nassef Chourak, met een bekeken kopbal in de verre hoek. Kaplan en Mannsverk waren toen al gewisseld. De Noor, die een uur speelde, verliet het veld onder applaus van de Ajacieden op de Bob Haarmstribune.

In defensief opzicht kwam Ajax amper in de problemen. De ploeg hield voor de tweede keer op rij de nul, constateerde Aertssen tevreden. De aanvoerder speelde een sterke wedstrijd. Hij was fel in de duels en sterk aan de bal. “We wilden de goede lijn doortrekken. Dat hebben we gedaan. De trainer vertelde ons voor de wedstrijd dat we live zouden worden uitgezonden, maar dat maakte voor mij persoonlijk niet veel uit,” zo zegt de verdediger in gesprek met Ajax Life.

Aanbevolen

Stop de tijd: een vrolijke pechvogel uit Colombia

Het enige kritiekpuntje was de einduitslag. “De aanvoer naar de aanvallers was nu inderdaad beter. We kregen grote kansen. Ik denk dat we ook met 6-0 hadden kunnen winnen. Zelf speelde ik ook lekker. Het geeft altijd een heerlijk gevoel als je als verdediger onder de druk uit kunt voetballen.”

Langzamerhand komen de automatismen in de ploeg, meent de verdediger. “We zijn een team aan het worden en willen voor elkaar werken. We raken steeds meer op elkaar ingespeeld. Nu spelen weer vier tot vijf andere jongens mee. Dat helpt in het resultaat, maar als je die veranderingen het hele seizoen hebt, duurt het gewoon langer voor automatismen in de ploeg komen. We zitten in een goede fase. Elke wedstrijd wordt ons spel een stukje beter.”

Aertssen voelt dat hij als aanvoerder een van de spelers is die moet opstaan om de veelal jongere spelers te helpen. “Daarin groeien we. Ik ook, ja. Ik heb veel tijd in mijn coaching gestoken en probeer jongens daarin mee te nemen. Dat gaat steeds beter.”

Elkaar de waarheid vertellen, hoort daar ook bij. Dat liet hij tijdens de wedstrijd merken aan Mannsverk. “Ik zei tegen hem dat hij geen man had, maar dat zag hij anders,” lacht Aertssen. “Je wil als team winnen, mooie acties maken en aanvallen. Je wil alles. Dan hoort elkaar corrigeren er ook bij.”

Aanbevolen

Doe mee aan Ajax Jonge Schare Zaalvoetbaltoernooi! [VOL]