Hij staat onderaan mijn lijst met Ajaxiconen. Tussen spelers als Frank Rijkaard, Johan Cruijff, Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Jari Litmanen is hij een totaal vreemde eend in de bijt. Daarvan ben ik me onwijs bewust. Toch staat Jesper Grønkjaer op mijn ingeleverde lijstje.
Ik snap zelf ook wel dat we Grønkjaer niet veel terugzien in jullie inzendingen. Een blind paard volgens sommigen. Toch twijfel ik er niet over om de Deense vleugelaanvaller op mijn lijst te plaatsen. Wel onderaan. Daar is hij het vast ook mee eens. Waarom staat hij bij mij op hetzelfde lijstje als Patrick Kluivert, Klaas Jan Huntelaar, Danny en Daley Blind? Ik doe een poging het uit te leggen.
Seizoen 1999/2000 was een ongelooflijk kløteseizoen. Precies zoals Grønkjaer het zelf zei in de veelbesproken documentaire Ajax: daar horen ze engelen zingen. Na de laatste eredivisiewedstrijd, een 3-1-nederlaag bij FC Utrecht, zien we hem de kleedkamer inlopen. Wie goed luistert, hoort hem verzuchten: “Wat een kløteseizoen.” Daarna volgt de aftiteling.
Ik herinner me het seizoen nog goed. Voor mij was de watervlugge Grønkjaer het lichtpuntje in een inktzwart Ajaxjaar. Samen met Cristian Chivu en Brian Laudrup. De jonge Deense aanvaller werd door supporters niet voor niets verkozen tot Ajacied van het Jaar. En dat in een van de meest pijnlijke seizoenen uit de Ajaxgeschiedenis.
Het jaar waarin Ajax zijn eeuwfeest viert, was er eentje met diepe dalen. Toch was dat in de voorbereiding niet duidelijk. Frank Verlaat keerde terug, Stanley Menzo eveneens en – wauw – de jongste Laudrup kwam naar Ajax! Vooral voor Grønkjaer was het geweldig dat zijn ervaren landgenoot naar Amsterdam kwam. Ineens stond hij met zijn idool op het trainingsveld.
Voor een special van ons magazine Ajax Life sprak ik Grønkjaer een paar jaar geleden in Aarhus uitgebreid over het rotseizoen waarin hij – mits blessurevrij – wel positief opviel. Toen ik de stelling opwierp of hij dat teleurstellende seizoen de gevaarlijkste aanvaller van Ajax was, verslikte hij zich nog net niet in zijn koffie.
“Nee joh! Kom op, Laudrup stond dat jaar toch ook op het veld. Het zou wat zijn als ik zeg dat ik dat seizoen de beste aanvaller was. Ajax draaide een rotseizoen, maar Brian was fantastisch. Ik had dezelfde zaakwaarnemer en weet nog dat hij mij belde met de boodschap dat Brian naar Amsterdam zou komen. Ik dacht meteen: oh mijn god, dit is echt geweldig voor Ajax!”
“Ik weet nog goed hoe hij binnenkwam. Er hing een bepaald aura om hem heen. Bij de trainingen zag je direct zijn klasse. Brian was tien jaar ouder dan ik. Natuurlijk keek ik tegen hem op. Hij was nog zo ontzettend goed. Als talent bij Ajax wilde ik vooral veel leren, dus zijn komst was voor mij geweldig.”
Toch kozen supporters voor Grønkjaer als Ajacied van het Jaar. Ik was er daar eentje van, mocht dat nog niet duidelijk zijn. Deze prijs kreeg hij uitgereikt in de toen nog Amsterdam Arena, kort na het laatste fluitsignaal van het duel met MVV Maastricht. Chivu stond naast hem en werd Talent van het Jaar. De uitreiking voelde ongemakkelijk, verklapte Grønkjaer jaren later.
“Natuurlijk was het ongemakkelijk zo’n prijs op te halen na een schamele 1-0-zege op MVV. Het hele gebeuren werd overschaduwd door het feit dat we als team niks hadden gewonnen. Toch was de uitverkiezing tot Ajacied van het Jaar voor mij persoonlijk een groot ding. Het was een bevestiging dat ik op de goede weg was en dat ik was geslaagd als voetballer.”
De Scandinavische wervelwind was in alles een Ajacied voor wie ik in die tijd naar het stadion ging.
Grønkjaer speelde uiteindelijk maar tweeënhalf seizoen bij Ajax. Er was blessureleed in dat beroerde tweede jaar. Toch toonde hij meteen na zijn blessure bij vlagen de brutaliteit die we kenden vanuit zijn debuutjaar. De machine bij Grønkjaer ging langzaam draaien en die impuls had het modderende elftal hard nodig. En ik als supporter ook op de tribune.
De Scandinavische wervelwind was in alles een Ajacied voor wie ik in die tijd naar het stadion ging. Volstrekt onberekenbaar in zijn acties. Hij dreef zijn directe tegenstanders tot wanhoop en overtredingen. Moedeloos moeten ze er soms van zijn geworden als hij ze weer z’n hielen liet zien. Links en rechts ging hij ze voorbij. Gezien het povere elftal was hij voor mij ook een vlag op een modderschuit.
Flankspelers als Grønkjaer zie je vandaag de dag niet meer. Het voetbal ontwikkelt zich en gelukkig maar. Misschien was hij wel een van de laatste klassieke linksbuitens bij Ajax. Hij moest nog echt spelen met krijt aan de schoenen en vooral op snelheid de een-tegen-een opzoeken om vervolgens een voorzet af te leveren. Als hij de bal kreeg, dan ging ik er in die tijd in elk geval goed voor zitten.
Ik maak het vast allemaal te groot, hoor. Kan best. Misschien wil ik me dingen mooier herinneren dan ze waren. Kan ook allemaal best. En toch. Als ik met vrienden discussieer over spelers van weleer en wat we momenteel missen, dan kom ik regelmatig weer uit bij Grønkjaer. Een atletische publieksspeler vol flair, die een heel stadion met één actie op de banken kreeg.
Deze ode is onderdeel van onze iconenverkiezing, waarin we op zoek gaan naar de 125 meest iconische Ajaxvoetballers uit de roemrijke geschiedenis. Heb jij al gestemd?
Sluit je aan bij onze ruim 135.000 leden. Samen staan we achter Ajax. Omdat SV Ajax opkomt voor jouw belangen ben je nog meer met Ajax verbonden.
* Prijzen lidmaatschappen verschillen per leeftijdsgroep en aantal leden per gezin.
Voorrang bij kaartverkoop
Tijdens evenementen dichtbij spelers
Heel veel korting, acties en prijzen!
© 2025 ajaxlife.nl – Powered by TRES