Door Kevin Van Nunen

Nijhuis viel tijdens de topper tussen Feyenoord en PSV niet alleen op door terecht de 2-1 goed te keuren, maar ook door zijn manier van fluiten: hij laat het spel zoveel mogelijk doorgaan en dus krijg je de discussie of een scheids moet handelen in de geest van de wedstrijd of naar de letters van het spelregelboek.

“Je gaat mij een vraag over scheidsrechters stellen,” countert Bosz in eerste instantie als Ajax Life begint over de aanstelling van Bas Nijhuis voor FC Groningen - Ajax. “Dit is een gevaarlijk bruggetje, zoals van die bruggen van matten die je vroeger met gym moest maken.”

“Nijhuis heeft ondertussen zijn eigen stijl, hij laat meer toe dan andere scheidsrechters,” vervolgt Bosz, waarna zich een boeiend gesprek ontwikkelt met de journalisten in de perskamer. “Nijhuis heeft ons dit jaar al een paar keer gefloten en laat veel doorgaan.”

“Nijhuis deelt dat nu in de media, maar ik maak vaak genoeg mee dat een vierde man iets constateert en tevergeefs doorgeeft. ‘Overtreding, vasthouden,’ zegt hij dan. Dan laat de scheids ook doorgaan. Ik kijk dan soms wel eens naar de vierde man van: hij neemt je niet echt serieus. Al heeft een scheidsrechter dit recht, hij bepaalt uiteindelijk.”

En dus is de vervolgvraag: zijn regels inderdaad regels of moet een arbiter fluiten in de geest van de wedstrijd? “Het is ons trainers wel eens gevraagd door de scheidsrechters. Co Adriaanse vond toen: ook in de 92ste minuut, bij 6-0 achter, hoor je na het wegtikken van een bal een tweede gele kaart te krijgen. De discussie die volgde, was wel aardig.”

“Een scheidsrechter moet in de geest van de wedstrijd kunnen fluiten, dat tekent zijn klasse. Maar het is ook gevaarlijk, want het is zijn interpretatie. De ene helft van de beslissingen kan wel acceptabel zijn, de andere helft niet. Ik vind wel dat dit ook moet kunnen, maar als je duidelijkheid verwacht, moet je de lijn-Adriaanse volgen. Fluiten in de geest van de wedstrijd, is altijd arbitrair.”

Bosz komt daarna uit zichzelf met een interessante observatie. Veel overtredingen waar scheidsrechters voor fluiten, vindt hij helemaal geen overtreding. Zeker niet als hij de beelden nog eens rustig kan terugkijken en ook al heeft hij als trainer van een voetballende ploeg baat bij fluiten voor kleine overtredinkjes.

“Als je ziet wat we in Nederland affluiten aan kopduels, dat is echt lachwekkend. Sánchez komt af en toe boven een tegenstander uit, kopt de bal weg en dan bukt die gozer. Vrije trap tegen. Ik moet er echt om lachen. En ik zeg niet dat dit de reden is, maar mede hierom haken we internationaal af.”

“Door het pietluttige fluiten. Nijhuis is er eentje die een wedstrijd laat gaan, maar hoe trek je een lijn? Dat is best moeilijk. De ene week mogen dingen niet, de andere week wel.”