Doordat Ajax donderdag aantrad met een veredeld B-elftal in de Europa League tegen Panathinaikos waren er bij Jong Ajax ook flink wat wijzigingen. Zo gaf Marcel Keizer Justin Kluivert voor het eerst een basisplaats en liet de trainer een kwartier voor tijd centrumspits Kaj Sierhuis zijn debuut maken voor Jong Ajax.

Jong Ajax had in de eerste helft een duidelijk overwicht, maar tot echt grote kansen leidde dat niet. Uiteindelijk zette EL Ghazi zijn ploeg hoogstpersoonlijk op voorsprong tegen Telstar. De aanvaller passeerde een mannetje of drie om de bal vervolgens via de onderkant van de lat binnen te schieten.

Het leek er zo op dat Jong Ajax met een 1-0 voorsprong de kleedkamers inging, maar Frenkie de Jong dacht daar anders over. De middenvelder die afgelopen donderdag nog zijn Europese debuut maakte voor Ajax verdubbelde in de blessuretijd de score. Met ietwat geluk belandde de bal voor zijn voeten, maar het lobje waarmee De Jong de keeper van Telstar verschalkte mocht er zijn.

De Amsterdammers verzuimden het om de wedstrijd in de tweede helft vroegtijdig te beslissen. Nadat El Ghazi een grote kans op de 3-0 had laten liggen sloeg Telstar toe. Denis Mahmudov bleef oog in oog met Krul koel en scoorde de aansluitingstreffer.

De spanning was zo weer terug in de wedstrijd. Waar Jong Ajax het nog een aantal keer naliet om de derde treffer te maken kreeg ook Telstar een aantal goede mogelijkheden. Gelukkig voor Jong Ajax bleef het bij 2-1.

“Ik baal vooral van de tegengoal, een slordig moment,” zei Keizer na afloop op het digitale thuis van de club. "Wij hadden het heft in handen en zo kreeg de tegenstander toch weer geloof. Uiteindelijk hadden we meer goals moeten maken. Het was van onze kant niet heel goed, we hebben wel eens betere wedstrijden gespeeld. Maar aan de andere kant had het ook zomaar een grote uitslag kunnen worden."