Blog

Mijn mooiste: modderballet en een dansende debutant

Nooit zag de grasmat in De Meer er lelijker uit dan op de 87ste verjaardag van Ajax, maar uitgerekend op die omgeploegde akker gaven talent en aanvalsdrift de doorslag tegen Malmö FF. Bovendien werd, na zeven magere jaren, een keerpunt bereikt.

13 september 2025 - 10:40
Mooisteyoeri800
In de return is Bergkamp een belangrijke pion. © AFC Ajax

18 maart 1987. Zestien jaar was ik. Mijn dorpsclub had een uitje geregeld. Voor tien gulden per persoon mocht ons team mee naar Ajax - Malmö. Mijn tweede thuiswedstrijd in de Europacup. Het werd een gedenkwaardige avond (3-1-winst, na een 1-0-nederlaag in Zweden), achteraf door trainer Johan Cruijff betiteld als ‘de eerste stap naar een internationale terugkeer’. En ik zat letterlijk – aan de lange zijde – op de eerste rij.

Vaak is de herinnering mooier dan de werkelijkheid. Daarom kijk ik 38 jaar later het duel nog eens terug. Dat leidt tot interessante inzichten. Doordat het zo vaak over Dennis Bergkamp is gegaan, sneeuwde de uitmuntende prestatie van Marco van Basten bijvoorbeeld een beetje onder. Als een soort halve negen of tien achter John Bosman is hij hyperactief. Niemand krijgt grip op hem. En niemand behandelt de bal in het modderballet beter dan Cruijffs tovenaarsleerling. 

Na dertien minuten schiet Van Basten de bal, half vallend, diagonaal in de kruising. Iedereen in het tjokvolle stadion voelt: dit is zo’n avond. Er hangt magie in de grauwe lucht. Het regent kansen. Vrijwel altijd is Van Basten erbij betrokken. In de tweede helft mist hij een penalty (over), maar hij blijft sleuren en creëren. Zoals met een magistrale hakbal, waarmee hij de 2-0 van Aron Winter inleidt. Zelf maakt hij de derde, na een lange pass van Ronald Spelbos. Aanname, controle, koelbloedigheid, afronding. Het is pure klasse. 

Ademloos volg ik de oogstrelende bewegingen op het ontheiligde veld, waar de plaggen aarde als molshopen omhoog zijn geschoten. Hoe is het mogelijk dat voetballers onder deze omstandigheden zo kalm en verfijnd kunnen blijven? Ik blijf het me afvragen, totdat Malmö opeens scoort, negen minuten voor tijd. Ajax haalt dan nog steeds de halve finale, maar dat is aan de tactiek niet te merken. Verbaasd zien we doelman Stanley Menzo de bal weer snel in het spel brengen. Na afloop blijkt waarom. In een vlaag van verstandsverbijstering dacht hij dat Ajax nog een doelpunt nodig had. 

Cruijff hield zijn spelers simpelweg voor: jij bent beter dan die ander. En met die flair voetbalden ze ook.

De tweede speler die in het oog springt, is Bergkamp. Dansend debuteert hij in de basis, niet in het Europacuptoernooi. Dat deed hij vier dagen eerder (veertien minuten) in Zweden, waar de heenwedstrijd vanwege de sneeuw was verplaatst. Dit feitje was ik vergeten. Vanwege een examen kon Bergkamp niet op donderdag met de ploeg meereizen. Daarom vloog hij pas vrijdag. In zijn eentje. Ajax had gevraagd of Kees Jansma, toen nog journalist, zich een beetje over de zeventienjarige scholier wilde ontfermen.  

Maar in de return is Bergkamp dus een belangrijke pion. Hij houdt het veld zo breed mogelijk. Hoewel lang niet alles lukt, doet hij wat Cruijff hem inprentte: man opzoeken, keer op keer. Doordat Ajax met vier aanvallers speelt, valt de rugdekking bij de Zweden weg. Het is de sleutel tot succes. “De brutalen hebben de halve wereld,” roept tv-commentator Eddy Poelmann in zijn bewondering. Bergkamp krijgt een publiekswissel in de 89ste minuut. De rechterspits haast zich naar huis, want de volgende morgen heeft hij het eerste uur wiskunde. 

Het zijn anekdotes voor de eeuwigheid. Dat is Ajax - Malmö sowieso, met acht spelers uit de eigen opleiding in de basis, met de spelopvatting van Cruijff en zijn traditionele manier van coachen. Volgens de overlevering stond Bergkamp tegenover een linksback met 102 interlands. Een gevierde vedette, vertelde Frank Rijkaard jaren later toen hij de wedstrijdbespreking reproduceerde. “Maar Cruijff zei tegen Dennis: ‘Jij speelt tegen een ouwe lul. Hij kan niet draaien, hij kan niets.’ En wat gebeurde er? Dennis speelde die jongen helemaal kleurenblind.”

In het echt zat het zo: Torbjörn Persson was 27 jaar en had pas acht duels voor Zweden gespeeld. Sommige verhalen moet je nooit doodchecken, maar in dit geval geeft het precies aan waar Ajax in die tijd voor stond. Cruijff hield zijn spelers simpelweg voor: jij bent beter dan die ander. En met die flair voetbalden ze ook. 

De rest is geschiedenis.  

Dit artikel is onderdeel van een speciaal themanummer van ons magazine Ajax Life, waarin we toewerken naar Ajax’ vijfhonderdste officiële duel in Europa. De thuiswedstrijd tegen Malmö staat als nummer 147 op die lijst.

Aanbevolen
Fijn filerijden met Mister Ajax

Word vanaf €15,-* lid tot einde seizoen 2025/2026

Sluit je aan bij onze ruim 150.000 leden. Samen staan we achter Ajax. Omdat SV Ajax opkomt voor jouw belangen ben je nog meer met Ajax verbonden.

* Prijzen lidmaatschappen verschillen per leeftijdsgroep en aantal leden per gezin.

Extra voor leden

  • Voorrang bij kaartverkoop

  • Tijdens evenementen dichtbij spelers

  • Heel veel korting, acties en prijzen!

Lid worden >