In de lobby van het hotel zit hij al op me te wachten. Enkele centimeters gekrompen, want hij is inmiddels 73 jaar en de haren zijn grijs, maar met zijn haviksogen als grootste herkenningspunt. Dit is onmiskenbaar de spits die Ajax in het seizoen 1978/1979 met 38 doelpunten naar het kampioenschap en de KNVB-beker schoot en kopte.
Ray Clarke bestelt thee die hij vergeet op te drinken. Bij het vertrek tweeënhalf uur later, kan hij de uitgang opeens niet meer vinden. Hoewel hij soms ook niet op een achternaam komt, is hij verder verrassend scherp voor een man bij wie beginnende Alzheimer is vastgesteld.
Hoe hij scoorde, tegen wie en waar dat was. Hij lepelt het allemaal zo op. Zelfs de onbeduidende details van zijn Ajaxperiode – dat de meetrainende Johan Cruijff twee grote Dobermanns had bijvoorbeeld – staan nog in zijn geheugen gegrift.
We spreken de volgende morgen af voor de fotosessie en een lunch op een idyllisch landgoed, ver verwijderd van de kerstdrukte in Londen. Zijn vrouw Cindy, een mantelzorger waar je U tegen zegt, is ook mee. Ze vertelt over het medische traject waar Ray zich aan heeft verbonden.
Hoe hij, net als een aantal andere oud-sporters met dementie, een nieuw medicijn krijgt dat de verwoestende hersenziekte beheersbaar moet zien te houden. En wat dat betekent voor hun privéleven. Ze moesten verhuizen om dichter bij de kliniek te wonen. Die overgang is nog steeds niet afgerond. In het appartement staan slechts twee stoelen.
Ergens in het gesprek maakt Clarke een opmerking die me treft. “Natuurlijk vraag ik mezelf op een somber moment weleens af: hoelang heb ik nog? Maar ik probeer het zo lang mogelijk uit te stellen. Als ik tot die tijd mezelf, mijn familie en anderen een dienst kan bewijzen door de strijd aan te gaan, waarom niet?”
Nog steeds een teamspeler dus, denk ik. Het woord ‘humble’ valt een paar keer. Nederig. De aardigste voetballers zijn toch vaak degenen die in de jaren zeventig en tachtig speelden. Rijk werden ze over het algemeen niet, maar bescheiden liefhebbers zijn ze altijd gebleven.
Ironisch genoeg brengt Alzheimer ons in 2025 bij elkaar.
Clarke lijkt op mijn vader. Ik leg uit hoe bijzonder deze reportage voor mij is. Het onderwerp staat dicht bij me. Ik schreef boeken over oud-Ajacieden Piet Schrijvers en Wim Jansen, die ook langzaam verdwenen in de mist.
Mijn eigen vader leed vijf jaar aan de ziekte van Alzheimer, voordat hij in 2017 overleed. Tijdens dat mensonterende aftakelingsproces nam ik hem nog mee naar de klassieker, for old times sake. Even was ik hem kwijt toen hij naar de wc moest. Kort voor de aftrap schrok hij enorm van het vuurwerk en ik wist: dit is de laatste keer geweest.
Uitgerekend in de week dat ik met mijn eigen zoon naar Ajax - Feyenoord ging, verschijnt het verhaal over Clarke in ons magazine Ajax Life. De symboliek neemt mij 46 jaar terug in de tijd, naar de hete lente van 1979. Aan de hand van mijn vader beleefde ik mijn vuurdoop in De Meer. We wandelden door Betondorp, waar hij in 1935 was geboren, kochten een pakje Koetjesrepen voor één gulden en beklommen de trappen naar het theater van mijn dromen.
Er waren 23.000 toeschouwers voor de topper tegen AZ ’67. Een groot deel daarvan krioelde na afloop jubelend over het veld, want Ajax was kampioen geworden door met 1-1 gelijk te spelen. Een veldbestorming vond mijn vader wat ver gaan voor mijn supportersdebuut als negenjarige.
We liepen naar huis. Snelle pas, druk pratend, vol van alles wat we zagen en hoorden. Van de Bela Meubelenreclame tot het gejuich, van de geur van gras tot het zinderende opveren bij elke aanval. In gedachten ben ik zo weer terug op die tribune achter het doel aan de Stadszijde.
De spits die – aan ‘onze’ kant – in de 84ste minuut voor het bevrijdende doelpunt zorgde, was Clarke. De eerste Ajacied die je zag scoren. Zoiets vergeet je niet. Ironisch genoeg brengt Alzheimer ons in 2025 bij elkaar. Ik grijp de gelegenheid aan hem te zeggen hoe belangrijk dat moment voor mij is geweest. Het is de dag dat de magie begon.
Voor hem was het bijzonder omdat hij op de schouders ging en als King Ray door De Meer werd gedragen. Zo’n volksfeest maakte hij niet eerder mee. In zijn milde glimlach zit een dubbele betekenis als hij zegt: “We keep that memory alive.”
Ik gun hem heel erg het geluk dat hij dat over tien jaar ook nog kan.
Sluit je aan bij onze ruim 150.000 leden. Samen staan we achter Ajax. Omdat SV Ajax opkomt voor jouw belangen ben je nog meer met Ajax verbonden.
* Prijzen lidmaatschappen verschillen per leeftijdsgroep en aantal leden per gezin.
Voorrang bij kaartverkoop
Tijdens evenementen dichtbij spelers
Heel veel korting, acties en prijzen!
© 2025 ajaxlife.nl – Powered by TRES