Gravenberch hoopte bij aankomst in de Johan Cruijff Arena, na Vitesse-uit (1-3), snel naar huis te kunnen om nog even zijn verjaardag te kunnen vieren met zijn familie. Er stond in het eigen stadion echter nog een verrassing te wachten. Uit handen van Erik ten Hag ontving hij de Marco van Basten Trofee voor het Talent van het Jaar, een prijs die beschikbaar is gesteld door de Supportersvereniging Ajax.

De middenvelder was blij verrast met de uitverkiezing van de technische staf. “Dit is echt een mooie prijs. Ik ben hier heel blij mee. Ik ben een jonge jongen, heb het goed gedaan, maar Jurriën Timber en Devyne Rensch hebben het ook hartstikke goed gedaan. Ik vind het mooi dat de technische staf dan voor mij heeft gekozen.”

Ten Hag sprak bij het uitreiken over dat het winnen van prijzen vooral een stimulans moet zijn. Gravenberch spreekt zijn trainer uiteraard niet tegen, maar wil de Marco van Basten Trofee ook wel als beloning zien voor het afgelopen seizoen, waarin hij wat speelminuten betreft alleen Dusan Tadic voor zich hoeft te dulden.

Aanbevolen

Tadic uitgeroepen tot Ajacied van het Jaar 2021!

“We hebben met elkaar keihard gewerkt. De technische staf heeft veel energie in me gestoken, we hebben elke dag gesprekken gevoerd. Zo heb ik me kunnen ontwikkelen. Maar die ontwikkeling moet ik nu inderdaad ook doorzetten.”

Op weinig dagen zal hij zo bewust zijn geweest van zijn leeftijd als gisteren. Het was immers zijn verjaardag, Ryan werd 19 jaar. En de prijs voor het beste talent krijgen, betekent ook nog dat een speler eigenlijk aan het begin van een mooie carrière staat. 

“Soms vergeet ik wel dat ik nog een jonge jongen ben. Mensen zien me ook niet zo. Ze zien me als speler die het moet laten zien op het veld. Ik moet leveren, elke wedstrijd presteren. Als dat eventjes niet gebeurt, komt er kritiek.”

“Zo’n prijs winnen is dan ook fijn voor het besef dat ik echt nog jong ben. Dit is mijn eerste seizoen dat ik bijna alles heb gespeeld. Of ik mezelf ook nog als talent zie? Ik zie mezelf eigenlijk gewoon als Ryan.”