De veelbelovende Van Leer kwam in de zomer van 2017 over naar Ajax. Hij had tijdens de twee voorafgaande seizoenen goede dingen laten zien onder de lat bij Roda JC en de verwachtingen waren stiekem best hoog, maar het werd 'm helaas niet.

De keeper kwam tot slechts één optreden in de hoofdmacht van Ajax. Hij mocht keepen tijdens de KNVB-bekerwedstrijd tegen SVV Scheveningen (1-5). Waarschijnlijk herinner je je deze wedstrijd niet vanwege Van Leers debuut, maar omdat de wedstrijd in het stadion van ADO Den Haag werd gespeeld.

Helaas bleek debuteren voor Van Leer geen opmaat naar meer. Nee, dit zou het hoogtepunt in dienst bij Ajax worden. De doelman kampte nadien met een zware knieblessure en leek nooit echt meer de oude te worden. Hij werd in de tussentijd van de bank verdreven door Kostas Lamprou, die inmiddels zijn heil lijkt te gaan zoeken bij RKC Waalwijk.

Er zat voor Van Leer niets anders meer op dan meetrainen met Jong Ajax, maar een serieus duel zou hij nooit meer keepen. Best sneu eigenlijk. Ook een verhuurperiode bij NAC werd geen succes, want het seizoen eindigde met degradatie.

Maar nu heeft ook de inmiddels 28-jarige Van Leer een nieuwe werkgever. Hij tekent voor twee seizoenen bij Sparta. De club van Rotterdam toonde eerder belangstelling voor Maarten Stekelenburg, maar die gaf uiteraard de voorkeur aan een terugkeer bij Ajax.

Van Leer lag nog een jaartje vast bij Ajax – tot 2021 dus – waardoor deze transfer de club ook nog wat salariskosten scheelt.