Het had namelijk ook zomaar 3-1 voor Ajax kunnen worden tegen de nummer tien van de derde Bundesliga en dan had je er na een paar trainingen alweer een beter gevoel bij gehad, al was dit dan net zo goed grotendeels op de uitslag gebaseerd.

“Onze eerste helft was in balbezit van een hoog niveau. We creëerden vier of vijf goede kansen en ik zag ook echt heel goed spel, tegen een ploeg die ‘laag’ staat. De eerste kans voor Preußen, uit een omschakelmoment, gaat erin, na een niet te missen kans voor ons,” haalt Ten Hag nog maar eens aan in gesprek met onder meer Ajax Life.

Kort na het oefenpotje tegen VVSB (0-7) en nog veel korter na het instromen van diverse internationals als Matthijs de Ligt en Noussair Mazraoui stond er dus al een treffen met een enthousiaste Duitse ploeg op het programma. Ten Hag vindt het wel fijn dat Ajax direct met vrij pittige weerstand werd geconfronteerd.

• Ajax krijgt lesje in effectiviteit van Preußen Münster

“Dat hebben we bewust opgezocht. Eigenlijk kan het nooit te vroeg zijn om tegen een fanatieke, compact spelende ploeg aan te treden. Ik heb een wedstrijd als deze liever dan een kermiswedstrijd, hier kun je iets van leren. Zo’n ander potje speel je puur om ritme op te doen. We konden nu vol aan de bak, zijn uitgedaagd en getest.”

Die uitdaging en test verliep met name in de eerste helft positief, waarbij als nummer tien een belangrijke rol was weggelegd voor Zakaria Labyad. De rust werd bereikt met een stand van 1-1, waarna vele wissels werden doorgevoerd en Jong Ajax het min of meer overnam.

Ten Hag: “Ik zag veel goede fases en situaties, gecombineerd met uitstekend positiespel. Ik zag ballen tussen de linies, we vonden de derde man, er waren lopende mensen en zoals ik al zei, we creëerden vier of vijf goede kansen. Dat hebben we goed gedaan, alleen maken we slechts één doelpunt.”

De trainer blijkt het eens als de suggestie wordt gewekt dat de Jong Ajacieden in de tweede helft wat naïef oogden. “Iedereen weet nu gelijk dat het seizoen is begonnen. We moeten in sommige situaties balvaster zijn."

"Je moet niet op doel schieten als er zeven of acht man voor de bal staat, want dan kan het vijf tellen later voor je eigen doel gevaarlijk zijn. Het is goed om daar nu gelijk mee geconfronteerd te worden. Zaken als de restverdediging moeten we beter voor elkaar hebben, net als de sneller omschakelen en scherper verdedigen.”