Door Sander Zeldenrijk

Ajax stelde Keizer en Bergkamp een wedstrijd voor de winterstop op non-actief. Sinds die tijd was algemeen directeur Van der Sar nog niet beschikbaar voor vragen van de pers. Na de eerste gewonnen oefenwedstrijd tegen Lyngby (5-1) gaf de voormalig doelman wat meer openheid van zaken.

Over het besluit om Keizer en Bergkamp op non-actief te stellen erkende hij dat dat de moeilijkste beslissing was in zijn werkende leven. “We zagen te weinig progressie. Vitesse-thuis was een lamp die ging branden. Uiteraard hebben we dat over langere periode gemonitord. Het is niet zo dat een gemiste strafschop de druppel was. Daarna kenden we een goede week met PSV, Excelsior en AZ, maar we vinden dat de lat voor het niveau wat we met Ajax willen bereiken hoger moet liggen.”

Over de breuk met Bergkamp hield Van der Sar zich meer op de vlakte. “Het is goed als er gediscussieerd wordt, maar op het moment dat je heel weinig in dezelfde richting denkt of als er steeds dezelfde discussies zijn, moet het op een gegeven moment wel duidelijk zijn dat we een nieuwe koers hebben ingezet.”

Dieper op de inhoud wenste Ajax’ algemeen directeur niet in te gaan. Simpelweg omdat de zaak nog netjes opgelost moet worden. “We willen de zaak met beide trainers waarvan we afscheid hebben genomen eerst goed afhandelen. Dan ga ik daar in de publiciteit nog niet iets over zeggen.”

Op de vraag of Van der Sar zelf ook kritisch in de spiegel kijkt bij uitblijven van sportieve progressie, antwoordde hij niet ontkennend. “Ik denk dat als je op een gegeven moment drie trainers in een jaar tijd hebt gehad, het tijd wordt dat je naar jezelf gaat kijken,” sprak hij op persoonlijke titel. “Dit geldt alleen voor mij, ik heb de rvc daar niet in gekend.”

Hij vervolgde: “Onze insteek is dat we kampioen willen, nee moeten worden. Vijf punten is behapbaar. De staf en met name de spelers moeten zichzelf ook bewust zijn dat ze dat gaan halen.”