Van de zeven trainingen die Ajax deze week afwerkt, zijn die van dinsdag- en donderdagochtend besloten voor meegereisde pers en Ajaxfans. Ten Hag wil dan in alle rust met zijn ploeg kunnen werken, zodat zijn spelers op die momenten zonder afleiding het vereiste concentratieniveau halen.

De meegereisde journalisten (5) en fotografen (3) zijn wel welkom bij de middagtraining. De spelers betreden het doorweekte veld in twee aparte groepen. De eerste delegatie begint in het krachthonk, de technische staf bekommert zich om de tweede groep op het veld, waar de stortbuien plaats hebben gemaakt voor wat zachte druppels.  

“Die bal moet je blokken Matthijs!”

Er wordt opnieuw pittig en lang getraind. Niet alleen de spelers hebben het zwaar. De grasmat behorend bij het resort lijdt en kreunt onder de beweeglijkheid van de noppen. Oefeningen worden steeds verplaatst op het veld, zodat er een nieuw stuk gras omgeploegd kan worden. Soms belemmert de staat van de mat een goede uitvoering van een trainingsvorm, zoals Andre Onana ondervindt als Carlo l’Ami de reactiesnelheid van zijn eerste keeper test. Onana kan amper goed afzetten.

Op het achterste veld lijkt het beter te gaan bij een vermakelijke zes-tegen-zes-oefening. In het midden van het veld vormen acht spelers twee linies van vier spelers op rij die tegenover elkaar staan. Zij hebben allen het doel de ingespeelde bal niet naar de twee overgebleven opponenten achter hen gespeeld te krijgen. Lukt dat wel, dan moeten de twee Ajacieden achter die linie overspelen en scoren in twee kleine doeltjes.

Goed is niet goed genoeg. Het moet altijd beter.

Het is een mooie oefening. Naast ruimte voor een lach en een kritische noot geeft het de toekijkers wat inzichten. Zo is niet alleen Justin Kluivert in staat een mooie steekpass te geven, maar geldt dat ook voor de jonge Mitchel Bakker.

Elders langs het veld vertaalt Richard Witschge voor Mateo Cassierra. Max Wöber dolt na een aanval wat met David Neres en Ten Hag zelf zit onder andere Matthijs de Ligt op z’n huid als de verdediger Kluivert te gemakkelijk door de vierkoppige linie laat passen. “Die bal moet je blokken Matthijs!”

Tegen het eind heeft de linie Neres-Cassierra-Kluivert-Bakker het zwaar. Ze staan uit positie en hun vier directe tegenstanders (De Ligt-Veltman-Zeefuik-Schöne) weten daar wel raad mee. De ene na de andere aanval belandt bij de twee medespelers achter de linie en in het piepkleine doeltje.

De vier pechvogels ogen als een bokser die in de touwen hangt en de ene na de andere klap moet incasseren. De vierkoppige oppositie ruikt bloed en aarzelt geen moment. Tot tevredenheid van de intens meelevende Ten Hag. “Kill ze! Maak ze af,” spoort hij de bovenliggende partij aan. Daarmee onderstreept de hoofdtrainer zijn eigen lijfspreuk. Goed is niet goed genoeg. Het moet altijd beter. Elke dag, elke training. Nu in Lagos, straks in Amsterdam.