Het treffen kwam maar moeizaam op gang. Beide ploegen keken de kat uit de boom en koesterden hun balbezit. Pas na een kwartier kwam Ajax voor het eerst voor de goal. Centrale verdediger Merel van Dongen meldde zich voorin, maar haar poging werd van de doellijn geranseld.

Dit bleek het startschot te zijn van een periode waarin Ajax het kwaliteitsverschil in goals had moeten uitdrukken. Na een half uur kreeg de ploeg van Benno Nihom kans na kans, maar werd telkens gefaald in de afwerking. Uiteraard was ook Marjolijn van den Bighelaar bij dit kansenfestijn betrokken.

In de tweede helft zorgde Toni Payne voor een enorme kans. Met een snoeiharde uithaal wist ze de keepster te verschalken, maar had pech dat haar inzet op de paal belandde. Dit bedrijf was echter niet zo eenzijdig als het eerste. De ploeg uit Den Haag vocht zichzelf in de wedstrijd.

Zeker in het laatste kwartier leunde Ajax op de kwaliteiten van haar doelvrouw, Lize Kop. Tot tweemaal toe verrichtte ze knappe reddingen en hield ze brilstand op het bord.

Ondanks een gevaarlijk slotoffensief van de Amsterdammers vielen er geen doelpunten. Zodoende staat Ajax na drie wedstrijd op vijf punten en bezet het daarmee een derde plaats in de competitie.