Oranje, dat met Desiree van Lunteren en Stefanie van der Gragt twee Ajacieden in de basis had, begon onrustig aan het duel. Net als Engeland trouwens. Beide ploegen leken flink last te hebben van halvefinalezenuwen. Maar na een minuut of tien nam Nederland het heft in handen. Dat resulteerde weer tien minuten later in een voorsprong. Jackie Groenen, de beste speelster aan Nederlandse zijde, gaf een voorzet waaruit Vivianne Miedema koppend scoorde.

Dat was voor de Engelsen het sein om te gaan voetballen. Oranje werd iets teruggedrongen en Engeland kreeg snel na de openingstreffer twee goede kansen. De grootste van de twee, een kopbal na een corner, belandde via Sherida Spitse op de paal. In het vervolg van de eerste helft bleven grote kansen uit, waardoor Nederland met een 1-0-voorsprong aan de thee ging.

Na rust kabbelde de wedstrijd voort. Beide ploegen kregen een kans na gerommel in de verdediging, maar twee keer redde de keeper. Echt in de problemen kwam Oranje niet en na ruim een uur spelen werd het ook nog eens extra in het zadel geholpen. Middenvelder Farah Williams kopte de bal te kort terug en Daniëlle van de Donk verdubbelde de voorsprong een-op-een met de keeper.

Engeland wilde daarna nog wel, maar leek niet meer echt te kunnen. Al stond Sari van Veenendaal in de weg bij een Engelse kans en redde Spitse in de slotfase een bal van de lijn. De finaleplaats kwam nooit meer echt in gevaar. In de blesuretijd – met Ajacied Kelly Zeeman inmiddels in het veld – maakte Lieke Martens er zelfs nog 3-0 van. Daarmee schreef Oranje historie.

Oranje neemt het in de eindstrijd op tegen Denemarken dat in de andere halve finale de strafschoppen beter nam dan Oostenrijk. De finale wordt zondag in de Grolsch Veste gespeeld, de aftrap is om 17.00 uur.