Dus is sprake van gereserveerde blijdschap bij de trainer, die nu een winstpercentage heeft. Hopelijk wordt het percentage van 20 procent snel opgekrikt, maar dat is een klus voor later. Een andere klus is om Ajax beter te laten spelen, want dat is ook nodig.

“Na de 1-1 tegen OGC Nice was er een beetje reden om te lachen, maar nu zeker. Dit was de eerste zege in de competitie. Vorige week verloren we en dus was er toen nog geen glimlach. Ik ben hartstikke blij, maar we moeten ook kijken naar het spel,” reageert Keizer na de eerste driepunter.

“Er moeten nog wel wat dingen gebeuren. Tot de vijftigste minuut, tot de 2-0, zijn we aan het voetballen en winnen we tweede ballen. Daardoor krijg je druk op Groningen, dat werd daarna een stuk minder goed. Je ziet na de 2-0 dat jongens wat vrijer gaan spelen. Ze zijn net even langer aan de bal dan normaal. Dat zorgt ervoor dat je minder gaat spelen.”

Het verval van de ploeg baart Keizer dus zorgen. Maar laten we ook niet doen alsof het de eerste vijftig minuten tiptop in orde was. Ajax speelde tegen een zeer teruggetrokken Groningen en het lukte niet echt om de kansen aaneen te rijgen. Voorzetten vanaf de zijkant lijken niet de sleutel tot succes, zelfs al werd Ajax ertoe gedwongen.

“Als ik deze wedstrijd vergelijk met die van vorige week, tegen Heracles Almelo, hadden we nu misschien wel meer kansen. Als dan een individuele actie voor de 3-0 uitblijft en in plaats daarvan de 2-1 valt, is dat in de situatie waarin we nu zitten, niet echt prettig. Ik wisselde daarna puur op frisheid en fitheid en we haalden de wedstrijd binnen.”
 
Keizer gaf verder nog aan dat het passeren van Kasper Dolberg geen gevolgen heeft voor zijn status als eerste spits, maar daar komen we nog uitgebreider op terug.