De toekijkende Davinson Sanchez zag dat het centrale verdedigingsduo gevormd werd door Leon Bergsma en Damil Dankerlui, welke geflankeerd werden door Mitchell Dijks en Deyovaiso Zeefuik. Het middenveld bestond uit Carel Eiting, Frenkie de Jong en Noussair Mazraoui. Voorin werden de posities bezet door Vaclav Cerny, Klaas-Jan Huntelaar en David Neres. Doelman was Benjamin van Leer.

In de eerste helft kwam Ajax veel aan combineren toe. Zo werd de wedstrijd ook gestart. Grote kansen vielen er echter niet te noteren in de openingsfase. Vaclav Cerny was in de openingsfase namelijk slordig toen hij een voorzet afleverde.

Net voorbij het eerste kwartier was Cerny een stuk scherper. Van afstand schoot hij met links venijnig raak. Vanwege een handsbal van Leon Bergsma ging Ajax echter niet rusten met een voorsprong op zak. Spartaan Loris Brogno verschalkte Van Leer.

In het begin van de tweede ging Ajax enthousiast van start. Dit enthousiasme werd direct beloond door de sterk spelende Cerny die zijn eerste goal kopieerde: van afstand met links. Ditmaal kwam de voorsprong niet meer in gevaar, sterker nog: deze werd uitgebreid op een counter die Huntelaar als eindstation had.