Door David Endt en Johnny de Bruyn

Piet Keizer: 'Voetbal gaat naar de verdommenis'

Zo’n drie weken geleden werd het idee geboren om een bekende voetballer te interviewen voor de Blindganger. Na veel wikken en wegen kwam Ajacied Piet Keizer als ‘slachtoffer' uit de bus. Om een lang verhaal kort te maken: op vrijdag de vierde december, acht uur precies, staan wij – John de Bruyn en David Endt – met een lichte trilling in de ledematen op de stoep bij de linksbuiten van Ajax en het Nederlands elftal.

We worden vriendelijk ontvangen door mevrouw Keizer die onze jassen aanneemt. In de kamer ligt Piet ontspannen naar de televisie te kijken. Als hij opstaat om ons te begroeten, wordt de televisie met een flegmatieke beweging van de machtige linkervoet uitgedaan.

Hij biedt ons een plaats aan in zijn stijlvolle maar niet overdadig ingerichte zitkamer. Licht antiek overheerst en aan de wand hangt een zelfportret van Rembrandt geflankeerd door foto’s van zoon Piet.

We starten met de vragen:

Hoe zou u de voetballer Piet Keizer willen beschrijven?
“Ik zie mezelf als een individualist die zich met zijn gaven in dienst van het elftal zet.”

Wat is volgens jou de ideale voetballer?
(zeer beslist) “Een ideale voetballer bestaat niet!”

Ga je na je voetbalcarrière door in de voetballerij, word je bijvoorbeeld trainer? Of ben je het na achttien jaar dag in dag uit alleen maar voetbal zat?
“Ik wil er in elk geval wel bij betrokken blijven maar het idee van trainer schrikt me af. Als toeschouwer zal ik in elk geval met sport – dat hoeft niet speciaal voetbal te zijn – in contact blijven. Topsport fascineert me.”

Wat zijn, na talent, de belangrijkste eigenschappen of voorwaarden die een jonge voetballer moet hebben om het later ver te kunnen schoppen?
“Hij moet in de eerste plaats een goede wil hebben, een goede mentaliteit dus. Verder is een goede begeleiding erg belangrijk, terwijl ook het geluk een grote rol speelt.”

Denk je niet dat er zich in Nederland veel meer talent zou hebben ontwikkeld als er bijvoorbeeld een goed scoutingsysteem bestond?
“Er gaat inderdaad veel talent verloren en dat ligt indirect ook aan de meestal afwezige begeleiding. Hoofdzakelijk komt het door een gebrek aan zelfdiscipline dat tot uiting komt in roken, drinken en vaak ’s avonds uitgaan. Door de begeleiding kan daar op gewezen worden en is het te voorkomen dat deze talenten voor later verloren gaan.”

Heb je voeger ook schoolvoetbal gespeeld en hoe heb je dat ervaren?
“Ik heb er altijd wel aan meegedaan, maar ik vond het niet veel. Want ik speelde nooit in een goed elftal. Ik was natuurlijk ook een beetje verwend bij Ajax waar ik in de hoogste elftallen speelde.”

Twee jaar geleden werd er in een voetbalbijlage van de Volkskrant geopperd dat Piet Keizer vastgebakken zou zitten aan Ajax. Is dat zo of sta je nu heel anders tegenover Ajax dan twee jaar geleden?
“Ik sta nu heel anders tegenover Ajax dan toen en dat heeft meerdere redenen. Maar ik heb geen sterke behoefte om van club te veranderen. Dat is trouwens erg moeilijk ook omdat in de financieel aantrekkelijke landen de grenzen voor voetballers gesloten zijn. Maar als me door een andere club een veel beter contract zou worden aangeboden zou ik wel bij Ajax weggaan.”

Hoe zou jij de ontwikkeling bij Ajax in de afgelopen vijf, zes jaar karakteriseren?
“Ajax is snel gegroeid, onwaarschijnlijk snel. Van een club die vecht tegen degradatie tot een club van Europees topniveau. Wat me verbaasd heeft, is dat we ons op dat niveau hebben kunnen handhaven.”

Is de leiding meegegroeid?
“De leiding is wel meegegroeid, maar niet navenant aan de clubsuccessen.”

In Italië zijn spelers als Corso, Suarez, Mazzola en Altafini met de jaren steeds verder naar achteren gaan spelen. Corso en Suarez spelen tegenwoordig zelfs geregeld als centraal verdediger. Zit dat er bij jou ook in?
“Nou nee, verdediger zou ik nooit kunnen worden, daar heb ik gewoon geen gevoel voor. Nee, daar is geen kans op.”

In welke buitenlandse club zou je het liefst meespelen en waarom?
(na lang nadenken) “Ik heb geen wensen en over een club zou ik eerst een half uur moeten nadenken.”

Zou u niet eens in een sterrenelftal als Santos willen spelen?
“Ja, misschien voor een keer maar ik heb geen wensen om permanent voor een bepaalde club uit te komen.”

Ben je nu al tevreden met wat je op sportief respectievelijk zakelijk gebied bereikt hebt?
“Ja, ik ben wel redelijk tevreden, maar in de sport blijf je idealen houden. Het kan nooit perfect zijn. Op zakelijk gebied ben ik natuurlijk niet helemaal tevreden, maar het is nu eenmaal zo dat je niet naar het buitenland kan gaan om daar meer geld te verdienen.”

Moet een trainer in het betaalde voetbal een soort vaderfiguur zijn of geef je de voorkeur aan een meer zakelijk ingestelde trainer?
“Zoals je al zei heb je twee manieren en ze hebben allebei succes. Voor de spelers is de vaderlijke en menselijke manier sneller te accepteren. Op de zakelijke, harde manier is het zo: kan je er niet tegen dan vlieg je er uit.”

Beïnvloeden reacties van het publiek je spel?
“Dat kan ik niet met zekerheid zeggen. Ik geloof dat het je vooral onbewust beïnvloedt.”

Maakt het voor jou een verschil of Cruyff in een wedstrijd meedoet of niet?
“Het maakt zeker veel verschil of Johan meedoet of niet. Niet dat ik hem zozeer mis als hij er niet is, maar het is gewoon makkelijker voetballen met zo’n uitzonderlijk talent naast je.”

Hoe blijf je als voetballer op de hoogte van de ontwikkelingen op jouw vakgebied?
“Ik lees heel weinig. Wel zou ik graag willen dat er meer contact was tussen de voetbalmensen in het buitenland en hier.”

Is Piet Keizer politiek geïnteresseerd?
“Nee, ik ben niet politiek geïnteresseerd. Ik heb er wel de tijd voor, maar het interesseert me gewoon te weinig.”

Zou jij je geld als voetballer in een land met veel armoede (zoals Mexico) willen of kunnen verdienen?
“Ja, dat zou ik wel kunnen!”

Waar gaat het voetbal naartoe? Wordt het verdedigender, harder of aanvallender?
“Naar de verdommenis! Ja, schrijf dat maar op! Er zal hoe langer er meer op het resultaat worden gespeeld en dat is niet aan het publiek besteed. De smaakmaker gaat er van af.”

Wat zou jij doen om het voor de toeschouwers aantrekkelijker te maken om naar het Olympisch Stadion te komen?
“Ten eerste moet men, in samenwerking met de pers, veel meer reclame voor het stadion maken. Verder moet het voor het publiek geriefelijker worden gemaakt door het aanbrengen van overkappingen, het vervangen van de staanplaatsen door zitplaatsen en het gedeeltelijk verwarmen van de tribunes.”

Als kleine Piet een grote Piet is geworden en genoeg talent heeft om een groot voetballer te worden wat zou je hem dan adviseren? Zou je het hem aan- of afraden om profvoetballer te worden?
“Ik zou hem gewoon zijn gang laten gaan en hem zelf laten kiezen. Als hij dan gekozen heeft, zal ik trachten hem zoveel mogelijk te helpen.”

Tenslotte graag uw spontane reacties op de volgende elf woorden:

1. Brazilië                -          artistiek voetballand
2. Thee                    -          geld
3. Seks                    -          onbekend op het voetbalveld
4. Kabouter              -          geen een in de voetbalsport
5. Luns                     -          buitenspeler
6.  Van Ravens        -          laatste seizoen
7. Celtic                   -          stoomwals
8. NOS Sport           -          plaatjes kijken
9. Theo van de Burgh -       zitte me Jaapie
10. Interview            -          noodzakelijk
11.Langharig tuig     -          gewoon

Als afsluiting van deze reportage zijn hier nog wat gegevens over Piet Keizer. Hij is geboren op 14-6-1943, is getrouwd en heeft twee kinderen (Piet en Rinse). Van beroep is hij voetballer wat hij met een lengte van 1.80 meter en een gewicht van 80 kilo beoefent.

Na een paar jaar in de jeugd van Amstel te hebben gespeeld, ging hij over naar Ajax waar hij nog steeds vertoeft. Na acht keer in het Uefa-elftal te hebben gespeeld en nog vaker voor Jong Oranje te zijn uitgekomen, speelde hij achttien keer voor het Nederlands elftal.

Tijdens zijn – nog voortdurende - voetballoopbaan als professional scoorde hij meer dan honderd doelpunten en raakte slechts een keer ernstig geblesseerd (hoofdoperatie na een botsing met André Pijlman vin 1964).

Zijn leukste trip maakte hij met een jeugdelftal van Ajax naar San Remo voor veertien dagen. Hij heeft geen speciaal lievelingskostje, maar eet graag eens op zijn tijd wat buitenlands in de stad.

En bij hem thuis staat – als hij hem nog niet heeft weggegooid – nog steeds mijn oude paraplu.