De nummer tien van Ajax werd een week of drie geleden uitgefloten omdat op de tribunes het idee leefde dat hij er een beetje met de pet naar gooide. Ja, Ziyechs steekballen waren even mooi als altijd. Maar al dat onnodige balverlies…

Wie voordoet dat alles perfect is, wordt op perfectie beoordeeld en die beoordeling pakte onder de supporters negatief uit. Tijdens Ajax - Excelsior (3-1) stond Ziyech eindelijk eens op terwijl Ajax het moeilijk had en deed hij ook simpele dingen goed.

Dat bleef niet onopgemerkt, hij werd zelfs toegezongen. “Ik hoorde ze een keer juichen, meerdere keren zelfs. Niet eens toen ik scoorde. Dat is voetbal hè. Ik kan erom gniffelen, maar het is ook een beetje hypocriet,” aldus Ziyech bij Fox Sports.

Je mag best stellen dat Ziyech het woord ‘hypocriet’ in de mond krijgt gelegd door de verslaggever, maar in dat geval is het goed om te weten dat hij het woord ‘hypocriet’ twee keer herhaalde toen de camera allang uit was. Ajax Life was hier getuige van.

• Blog: Over Ziyech en uitfluiten

Een van de kritiekpunten op Ziyech is het uitblijven van rendement als hij een vrije trap neemt. Daar kwam donderdag eindelijk verandering in. Voor het eerst in Ajaxshirt mikte hij de bal vanuit stilstand langs de keeper.

“Het werd tijd, het heeft lang genoeg geduurd. Ik oefen mijn vrije trap een aantal keer in de week, maar niet elke dag. Als we er tijd voor hebben, probeer ik wel te oefenen. Deze keer lukte het. Ik raakte de bal niet eens helemaal goed, dus er kwam wat geluk bij kijken dat de muur opsprong.”

Er wordt van Ziyech verwacht dat hij zondag in Alkmaar, tijdens het uitduel met AZ, weer een voortrekkersrol vervult, want Ajax start door schorsingen en blessures gehandicapt aan de tweede topper binnen acht dagen tijd.

“Toen we zondag van PSV wonnen, wist ik dat de titelrace weer open lag. Ik vind dat we kampioen moeten worden, maar we staan vijf punten achter en hebben niets in eigen hand. Als we alles heel geconcentreerd doen en als team spelen, vind ik ons de beste ploeg van de competitie. Daarom moeten we kampioen worden.”