Door Sander Zeldenrijk

Deyovaisio, hoe heb je deze wedstrijd vanaf de kant en in het veld beleefd?
“In de eerste helft ging het goed. We speelden ze eigenlijk gewoon weg. En ja, in de tweede helft ging het wat minder. Dat kwam volgens mij omdat Twente Frenkie meer vast had gezet. Hij was voor rust onze spelmaker. Daardoor konden we in de tweede helft minder goed voetballen.”

Door de blessure van Wöber kwamen jullie achterin met een driemansdefensie in een nieuwe samenstelling te staan. Jij rechts, Matthijs centraal en Joël verkaste naar links. Dat leek voor wat defensieve onrust te zorgen. Moesten jullie even wennen aan die situatie?
“Nee. We trainen elke dag met elkaar. We kunnen het allemaal wel. Als je achterin maar gewoon je mannetje staat.”

Daarover gesproken, een kwartier voor tijd ging je er twee keer extreem fel in bij een duel. Wilde je met die actie ook een signaal geven aan je ploeggenoten dat er een schepje bovenop moest?
“Die tackles moest ik maken om hun counter eruit te halen. Sowieso laat ik met zulke acties zien dat er niemand langs mag komen en dat we als team fel moeten spelen.”

Wat gebeurde er precies bij die 2-2 van Stefan Thesker?
“Ik kwam naar binnen. We spelen achterin met drie man, dus dan moet je het goed dicht houden aan de binnenkant. De bal ging over me heen. Ik draaide me om en gleed even weg. Daardoor stond hij helemaal vrij. Ik ging er nog wel naar toe maar was net te laat om hem te kunnen blokken.”

Wat is de dure les van Enschede?
“Dat we de goals bij dode spelsituaties te gemakkelijk hebben weggegeven. Dat zij veel lengte hebben en wij kopsterke verdedigers misten, vind ik geen excuus. We moeten gewoon scherper zijn, eigenlijk. Als jij een bal niet mag koppen, dan mag je tegenstander hem ook niet koppen. Die situaties moeten we slimmer aanpakken.”

Met wat voor een gevoel kijk je na naar de aanstaande topper tegen PSV, zondag in Amsterdam?
“We moeten die wedstrijd gewoon winnen. Het is vervelend dat we hier gelijk hebben gespeeld. We moeten nu blijven winnen en mogen geen punten meer verspelen. Ik heb nog steeds geloof in de titel.”