Door Floris Roos

Direct na het laatste fluitsignaal zien we De Ligt in volle sprint richting Andre Onana gaan. Er lijkt even wat wrevel tussen de beide Ajacieden, al moeten we daar volgens De Ligt niet teveel van maken, zo legt hij uit aan Ajax Life.

Wat was er nou tussen jou en Onana?
“Ja, ik was even boos op hem en hij op mij. Dat gebeurt soms in het heetst van de strijd. Hoort er ook bij, is ook prima. Na de wedstrijd ging ik gelijk naar hem toe en vierden we samen de overwinning.”

Maar wat was er nou precies aan de hand?
“Nou ja, we staan 1-2 voor in de laatste seconden en Andre schiet die bal nog naar voren, dus ik riep naar hem ‘wacht nou even, we zitten in de laatste seconden, je wilt toch winnen?’ Toen verloren we dus de bal, maar gelukkig werd het niet afgestraft.”

Maar alles weer koek en ei?
“Ja joh, tuurlijk. Dit hoort er allemaal bij. Is ook goed soms.”

Hoe groot is de opluchting?
“Heel groot. Je wint hier met 1-2 en dat is gewoon een goede uitslag. Het had misschien meer moeten zijn, dus daarom bleef het nog lang spannend.”

Jullie begonnen moeizaam.
“AZ voetbalde vol met druk naar voren in het begin. Daar hadden we het even knap lastig mee, maar na de gelijkmaker van Klaas Jan had ik wel het idee dat we de betere ploeg waren.”

Toch kreeg AZ ook kansen…
“Oh zeker, het was aan beide kanten spannend, maar in de tweede helft hadden we zeker de kansen om uit te lopen naar 1-3 en 1-4. Dat gebeurt niet en dan kan het ook zomaar fout gaan.”

Blijdschap in de kleedkamer?
“Natuurlijk, vorig jaar speel je hier gelijk en nu kom je achter, maar win je toch met 1-2. Dat is echt een grote opluchting, zeker omdat je weet dat PSV ook heeft gewonnen en los daarvan: AZ is ook gewoon een concurrent van ons.”

Je bent nog altijd piepjong en moest vandaag leiding geven aan een gelegenheidsdefensie. Went het allemaal al?
“Het is wel een rol die ik ambieer en die ik mooi vind. Natuurlijk moet ik daar nog stappen in maken en daar ben ik volgens mij goed mee bezig. Vandaag lukte dat goed, met toch weer drie andere jongens (Zeefuik, Orejuela en Dijks) naast me.”