Yakubu werd geboren op 18 december 1981. Hij maakte zijn debuut in de eredivisie al op 17-jarige leeftijd onder interim-trainer Hans Westerhof. In Stadion De Vliert eindigde zijn invalbeurt tegen FC Den Bosch in een 1-1 gelijkspel.

Yakubu speelde 89 officiële duels in Ajax 1 en 16 interlands voor Ghana, waarvoor hij op het WK van 2006 actief was. Na zijn periode in Amsterdam verhuisde hij naar Arnhem, waar hij nog vijf jaar in het geelzwart van Vitesse speelde.

Hoewel Yakubu nooit een onomstreden vaste waarde in het eerste elftal werd, kende hij een mooie periode in Amsterdam. In zowel 2002 als in 2004 mocht hij trots de kampioensschaal boven zijn hoofd tillen en in 2002 won hij ook de nationale beker.

Onder trainer Ronald Koeman was hij, mede door z’n fysiek, ook in Europa een zeer gewaardeerde kracht. Met een piepjong elftal haalde Yakubu in 2002-2003 de kwartfinales van de Champions League. De harde werker kwam dat seizoen tot acht optredens in het miljoenenbal.

Als we graven in de archieven van de Ajax Life-kranten, komen we een interview uit 2001 tegen. “Abubakari betekent koning”, legt de destijds jonge speler daarin uit. Dat vond hij echter iets te gortig voor op de achterkant van zijn shirt. Daarom stond op het wedstrijdshirt van de Afrikaan steevast ‘Yakubu’ te lezen. Het was uit pure bescheidenheid. “Yakubu is eigenlijk mijn voornaam”.

Voormalig hoofd scouting Ton Pronk ontdekte Yakubu op een jeugdtoernooi in Egypte en haalde de Afrikaan naar Amsterdam. Ver van zijn thuisland werd de tiener in Geuzenveld opgevangen bij een gastgezin. Daar voelde hij zich al gauw thuis en leerde er snel Nederlands spreken, mede dankzij zijn pleegouders, die hij 'pa en ma' noemt.

Yakubu herinnert zich in bovengenoemd interview de eerste training met de A-selectie: “Stond ik opeens op één veld met Sunday Oliseh en Benni, een spannend moment.”

Supportersvereniging Ajax wenst familie en vrienden van Yakubu veel sterkte bij de verwerking van dit verlies.