De bij voorbaat onmogelijke opgave in de Arena (winnen met zeven goals verschil) startte met een gepast eerbetoon aan de 'Damsko Strijder', de veel te vroeg overleden Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan. De minuut stilte werd gevolgd door een stormachtig aanvallend Oranje, met Robben als grote aanjager.

Een handvol kansen en twee goals van de 33-jarige vleugelaanvaller uit Bedum later was er nog een sprankje valse hoop in de rust. Het vol gas geven in het eerste bedrijf kreeg jammer genoeg geen voortzetting in de tweede helft. De krachten waren al grotendeels weggevloeid en een derde treffer werd door de vakkundig afbrekende Zweden onmogelijk gemaakt. Logisch; de mannen van Janne Andersson voetbalden zich zo naar de play-offs om een WK-ticket.

De Ajaxinbreng was deze avond beperkt tot mannen die in het verleden het wit-rood-wit verdedigden. Jasper Cillessen, Daley Blind, Kenny Tete, Ryan Babel en als invaller Davy Klaassen konden niet voorkomen dat de hoop geen uitgestelde teleurstelling werd. Ajacieden Matthijs de Ligt, Joël Veltman en Donny van de Beek kwamen niet aan een invalbeurt toe. Zij kunnen direct weer aansluiten bij de voorbereidingen op het thuisduel tegen Sparta.

Oranje gaat een lange periode van renovatie tegemoet, synchroon aan de wederopbouw van het Nederlandse voetbal. Er komt een aantal vriendschappelijke duels aan, veelal tegen landen die zich wél wisten te kwalificeren voor het WK in Rusland. Structureel moet het allemaal veel beter. Het zoeken naar het gouden recept gaat nog veel tijd en energie kosten, zoveel is zeker.

Na afloop van zijn veertien jaar durende interlandloopbaan verwoordde Arjen Robben het bij de NOS treffend. “De realiteit is heel hard. We missen weer een groot toernooi. Dat is heel moeilijk.” En over de toekomst van het Nederlands elftal: “Ik denk dat er nu heel veel moet gebeuren. We moeten structureel kijken wat we moeten verbeteren in Nederland. En dat is nogal wat, denk ik. Vind ik.”