Kluivert kreeg als invaller zo’n twintig minuten de tijd om zijn sterke debuut van vorige week kracht bij te zetten. En dat lukte in een wedstrijd waarin harder werd gestreden dan goed werd gevoetbald.

“Ik had niet veel tijd, dus ik probeerde te doen wat ik kon,” zo vatte Kluivert zijn invalbeurt samen, aan Ajax Life. “De trainer zei dat ik sneller was dan mijn tegenstander (Robin van der Meer, red.), dat ik hem moest opzoeken en de actie moest maken. Dat heb ik gedaan. Soms lukte het, soms niet.”

Zijn meest opmerkelijke momenten vonden echter voor zijn invalbeurt en na de wedstrijd plaats. Kluivert gooide na het laatste fluitsignaal zijn shirtje naar iemand in het thuisvak. Zijn oom, zo blijkt. “Hij zat in het thuisvak, maar is wel een echte Ajacied hoor.”

Op het moment dat hij begon met warmlopen, klapte Kluivert eveneens naar het thuispubliek. En dit keer niet naar zijn oom. Wat gebeurde er?

“Ik ging lopen en dacht dat de supporters naar mij keken en klapten. Ik vond het al een beetje vreemd, maar ik klapte maar netjes terug. Toen ik me bij de cornervlag omdraaide, zag ik dat er ook twee Utrecht-spelers met de warming-up waren begonnen. Die had ik helemaal niet gezien. Ik moest toen wel even lachen.”

En wij maar denken dat hij uit bravoure klapte naar de Utrechtfans. Maar goed, met bravoure voetbalde hij zeker wel, net als vorige week in Zwolle. Het leverde lovende kritieken op.

“Ik heb wel veel felicitaties gehad, met alles erop en eraan. De eerste dagen was dat heel leuk, maar daarna moest de knop om, heb ik niet zoveel meer gekeken op social media. Ik heb naar deze wedstrijd toegeleefd als iedereen: lekker getraind. Het was verder dus eigenlijk een normale week, al was het begin dus een beetje chaotisch.”

En nu? “Volgende week ADO-thuis,” klinkt het simpele antwoord. Net als voor iedere andere Ajacied. Bij Kluivert is de knop alweer om.