“Hij stond gewoon voor me,” vertelt Milik over het verdedigen van Drost aan de verzamelde media. En hij dreef de nummer negen nog netjes naar buiten ook, weg van het doel dus. Maar dat is voor de clubtopscorer geen probleem.

“Ik bleef vroeger, als kleine jongen, na de training altijd hangen om extra te trainen op afwerken op doel. Ik heb heel veel geoefend op schieten op doel,” verklaart Milik, die twee keer niet meteen het gevoel had dat hij doel zou treffen. “Natuurlijk niet! Daarvoor is de afstand veel te groot. Ik dacht: bal in de lange hoek schieten en dan merken we het wel.”

Gun Milik een basisplaats bij een thuiswedstrijd in de Amsterdam Arena en de kans is groot dat de Pool betrokken is bij een doelpunt. Veertien goals en zeven assists, verdeeld over 21 wedstrijden, becijferde Metro. Die zeven assists benadrukt Milik uit zichzelf nog maar een keer.

Van een Ajaxspits worden immers niet alleen doelpunten verwacht. Komt Milik trouwens een beetje in de buurt van de profielschets van de ideale nummer negen voor Ajax? Dat blijft de vraag. Zelfs voor Frank de Boer, die Milik liever niet opstelt als de tegenpartij ver van het doel speelt en ruimte achter de verdediging laat.

“Tegen dit soort tegenstanders, als je veel op de helft van de tegenstander bent, kun je het beste met Arek spelen,” legt De Boer uit. “Hij is een echte spits en kan uit elke hoek doeltreffend uithalen. Als er veel ruimte achter de laatste linie ligt, dan kun je daar weer beter met El Ghazi van profiteren.”

Milik zelf rekent op een basisplaats als nummer drie AZ volgende week naar de Arena trekt. “Tegen AZ speel ik gewoon, ik zit alleen op de bank als we het opnemen tegen Feyenoord en PSV.”