Alfons Groenendijk kon niets anders concluderen dan dat het in de Amsterdam Arena ‘nooit een wedstrijd is geworden’, ook al hadden de Rotterdammers zich wel voorgenomen dat er van te maken vanmiddag. Ajax was simpelweg te goed, zonder dat al te zeer uit te drukken in de score. Het had meer kunnen worden dan 3-0.

Toch was De Boer een tevreden trainer. Vooral omdat hij een passend antwoord heeft gevonden – zo lijkt het – op ploegen die zich ingraven tegen de Amsterdammers. In tegenstelling tot eerdere wedstrijden waarin de spreekwoordelijke bus werd geparkeerd of een muur werd opgetrokken, wist Ajax vanmiddag voldoende kansen te creëren, en uiteindelijk toch drie keer te scoren.

“Zoals we vandaag hebben gespeeld, is voor herhaling vatbaar,” stelde De Boer. De Ajaxtrainer liet zijn ploeg in een 3-4-3-formatie spelen, met Nemanja Gudelj, Davy Klaassen, Riechedly Bazoer en Lasse Schöne op het middenveld.

De Boer: “Er waren veel positiewisselingen op het middenveld, doordat we een extra man hadden. Het is de eerste keer dat we zo speelden, dus het was een beetje wennen, afstemmen. In de rust hebben we gezegd dat ze niet in elkaar vaarwater moest lopen, maar moesten anticiperen, reageren op elkaars loopacties. In de tweede helft ging dat veel beter.”

De eerste twintig minuten waren moeizaam, concludeerde de trainer. “Daarna hebben we echt op de deur van Excelsior staan bonken, en viel de treffer ook, een wereldgoal van Arek Milik. Maar daarvoor hadden we al veel meer druk op het doel van Excelsior.”

Al met al was De Boer tevreden. Met de uitslag, en met het spel. “We hebben een grote kans weggegeven, met Rick Kruijs die uit een vrije trap vrij kon inkoppen. Voor de rest hebben we goed gecontroleerd gespeeld.”