Cees de Wolf, wie kent hem niet…
Piet Keizer speelt toch niet, zo wordt een halfuur voor Ajax - Liverpool besloten. Hij heeft last van zijn enkel, een blessure opgelopen bij een potje tafeltennis een paar dagen eerder. Althans, dat is de officiële lezing. Later wordt bekend dat Keizer met Ajax in contractonderhandeling is en daarom zijn blessure voor de bühne wat erger heeft omschreven. En dus treedt Ajax in het Olympisch Stadion aan met de onbekende Cees de Wolf in de spits.

De Wolf heeft dit seizoen slechts een paar keer meegedaan in competitieverband, en maakt deze avond zijn Europese debuut. Gaat dat wel goedkomen? Drie minuten na de aftrap komt het antwoord van de spits al: hij kopt de 1-0 binnen uit een voorzet van Sjaak Swart. En zo maakt de pas negentienjarige Purmerender meteen naam. Voor even dan. Meer dan vier duels speelt hij uiteindelijk niet voor Ajax, waarin hij overigens wel drie keer scoort.

Wim Suurbier moet de pijn verbijten
Hij krijgt een rotschop, al na amper tien minuten spelen. En dus is Ajax’ rechtsback Wim Suurbier klaar voor een wissel. Maar dat is niet toegestaan. De Uefa heeft aan het begin van het seizoen besloten dat er niet gewisseld mag worden tijdens de wedstrijden. En dus strompelt Suurbier verder, tachtig minuten lang en ziet hij Swart de hele rechterkant bestrijken.

Op de bank zit Barry Hulshoff, een prima alternatief voor de rechtsbackpositie. Hulshoff speelt in Liverpool uiteindelijk wel, als vervanger van Suurbier, maar moet in Amsterdam dus blijven zitten. “Dat was niet vervelend, ik was al blij dat ik erbij was,” zegt Hulshoff nu. “Het mooie was dat we op de bank lager zaten dan de supporters en dus wat beter zich hadden. Er was al afgetrapt na een doelpunt, en dan hoorden we een deel van het stadion pas juichen. Prachtig was dat.”

Liverpool kort met twaalf man in het veld
Dat scheidsrechter Sbardella niet het hele veld kan overzien is voor de wedstrijd al duidelijk. Hij kan vanaf de middenstip beide doelen waarnemen, maar vanaf het ene doel is het andere echt niet te zien. Liverpool-trainer Bill Shankly maakt daar dankbaar gebruik van, zo lezen we in de autobiografie die hij later zou schrijven.

"We stonden 2-0 achter en Willie Stevenson en Geoff Strong voelden zich overlopen. Ze werden woest en probeerden zich terug te knokken in de wedstrijd. Terwijl de wedstrijd bezig was, ben ik het veld ingelopen, door de mist, en zei tegen Willie en Geoff: 'Christ, dit is pas de eerste wedstrijd. Er is nog een bloody game in Liverpool, dus laten we niet nog meer doelpunten weggeven. Laten we het op 2-0 houden.' Daarna ben ik het veld weer afgelopen, en de scheidsrechter heeft me nooit gezien!"

65.000 toeschouwers, maar miljoenen zijn erbij
"Ik was erbij." Het is een uiterst populaire zin als het om de mistwedstrijd gaat. Vraag maar rond in je familie, kenniskring (voor de oudere fan): iedereen kent wel iemand die zelf getuige is van de 5-1-zege, van Ajax’ entree in het Europese topvoetbal. Er zijn inderdaad veel mensen in het stadion op deze mistige avond. Het stadion is uitverkocht en dat betekent dat er zo'n 65.000 mensen in het Olympisch zitten. Zou je nu gaan tellen hoeveel mensen zeggen bij het duel te zijn geweest, zou je best op een veel hoger getal kunnen uitkomen. Het zegt alles over de status van de mistwedstrijd: daar had je gewoon bij moeten zijn.