Het leek voor Ajax wel een wedstrijd in de Youth League, maar toen het middenveld met Van de Beek in de gelederen door had hoe het moest voetballen tegen Panathinaikos (2-0), begon het soepeltjes te draaien en was het verzet snel gebroken.

“Er gingen best veel ballen heen en weer in de verdediging, aangezien Pana het met vijf man achterin goed had dichtgetimmerd. Na de goal van Lasse ging het beter lopen en kregen we meer kansjes, ik kwam ook vaker voor de goal,” aldus Van de Beek tegenover Ajax Life.

Tot twee keer toe wilde Van de Beek de bal in kansrijke positie graag hebben, maar werd hij overgeslagen. Het zorgde voor wat frustratie, de armen gingen in de lucht. “Twee keer een bal breed en ik had twee keer de kans gehad om te scoren,” luidt de uitleg.

“Ik stond helemaal vrij. Van Kenny kreeg ik wel een mooie bal, maar toen schoot ik te gehaast. Ik had die bal over de grond moeten schieten, nu ging-ie in het zijnet,” vervolgt Van de Beek (19), die verhuren geen optie vindt om meer minuten te maken.

“Ik heb geen goed gevoel bij een verhuur,” geeft hij aan. “Het seizoen duurt nog lang, er komen heus wel wedstrijden waarin ik het kan laten zien. De trainer is tevreden. Hij vindt mij een goede voetballer, vertelde hij. Maar er zijn ook jongens gehaald die het goed doen.”

Wat niet meehelpt: als Peter Bosz voor Van de Beek kiest, moet hij Davy Klaassen ernaast zetten. “Davy is de aanvoerder en wordt er niet een, twee, drie naast gezet. Logisch, Davy is ook een goede voetballer. Maar ja, we gaan het zien. Ik heb het van me afgezet en wil me in de kijker spelen via Jong Ajax, bij mij geen kikkerneigingen.”

Een geluk bij een ongeluk: als Van de Beek op de bank zit, voltrekt een wedstrijd zich een stuk sneller dan vorig seizoen. “Ik zit met meer plezier naar het spel te kijken. Er wordt beter gevoetbald, het veldspel gaat steeds beter. Net als een supporter zie ook ik verrassende dingen, er is meer individuele kwaliteit. Kasper, Hakim, Davy. Soms sta ik op de training ook wel eens te kijken: wat doet-ie nu?! Iedereen is erop gebrand om te spelen, daar word je als wisselspeler ook beter van.”