Peter Bosz gaat over de opstelling. En dat is maar goed ook, anders stelde Gudelj iedere wedstrijd zichzelf op. Dit terwijl het maar de vraag is of Gudelj goed genoeg is voor Ajax. Het niveau gaat sinds de komst van Bosz eindelijk weer omhoog en dan vallen er soms slachtoffers.

“Als hij het niet kan opbrengen, is het zijn goed recht om dat eerlijk te zeggen. Ik weet niet of dit zijn einde is bij Ajax, daar ga ik niet over. Ik heb wel liever dat hij dit eerlijk zegt dan dat hij alles loopt te verzieken en er met de pet naar gooit,” vertelt Klaassen na AZ-uit in gesprek met Metro.

“Als je geen onderdeel van het team wilt zijn, tsja. Dan houdt het op. Het hoort erbij, soms beland je op de bank. Ik kan niet in zijn hoofd kijken, dit is zijn keuze. Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit zou doen wat Gudeljf heeft gedaan. Maar ja, ik heb nog nooit in zo'n situatie gezeten.”

Nog maar een paar dagen geleden vertelde Klaassen – in reactie op de tijdelijke verwijdering van Anwar el Ghazi – dat hij zich als aanvoerder verantwoordelijk voelt voor het 'meemanagen' van de selectie, een taak die in eerste instantie is weggelegd voor Bosz.

“Ik probeer iedereen gemotiveerd te houden, zodat het niet storend is. Als ik zie dat wie dan ook niet zijn best doet, dan zal ik er wat van zeggen. Soms als jongens teleurgesteld zijn dan leg ik een arm om hun schouder, ik geef niet zozeer een schop onder hun kont,” legde Klaassen uit aan Ajax Life.

Naast het gedonder met El Ghazi en Gudelj hoeft er maar weinig te gebeuren of ook rond Riechedly Bazoer, Kenny Tete en misschien zelfs wel Jairo Riedewald krijgen de poppen aan het dansen. “Die jongens trainen wel hard, maar het is lastig voor ze,” aldus Klaassen. “Vorig seizoen stonden ze in de basis, nu zijn ze wisselspeler.”

“Zeker in het beginnen vonden ze dat lastig. Maar ze trainen hard, zijn niet storend en wij steunen die jongens. Ze trainen goed en uiteindelijk worden ze beter, net als het hele team. Als je twintig of dertig minuten mag invallen en je doet het goed, kun je er zo weer instaan. Ze moeten hard blijven werken. En dat doen ze.”