Gudelj heeft een punt. Hoewel Ajax zijn minste percentage balbezit noteerde sinds de zomer van 2010, gaf het amper kansen weg en kwam het al helemaal niet in de problemen. De aanvallers van Vitesse werden een meter of 25 van het doel gehouden en een slotoffensief bleef eveneens uit.

“Je moet zo'n wedstrijd goed lezen. Wij deden dat beter. Zelfs de eerste vijf minuten waren we feller dan Vitesse, dat uit de startblokken schoot. We troefden ze af en haalden soms het tempo eruit, dat zijn de wisselingen die je moet zoeken. In een uitwedstrijd hebben we soms een kwartier nodig om erin te komen, nu nemen we na een halve minuut het spel over en valt er een doelpunt,” vertelt Gudelj aan Ajax Life.

“We pakten een paar keer vroeg de bal af door druk uit te oefenen op de verdediging van Vitesse. Dan ligt er zo veel ruimte dat je het moet afstraffen. Als je dat twee of drie keer doet, is het klaar. Zij speelden ver vooruit, dan leg je de bal achter de laatste linie en moet het gevaarlijk worden,” vervolgt Gudelj.

“We deden het verdedigend wel slim. We hielden onze laatste lijn redelijk hoog en stonden goed compact, waardoor het voor Vitesse moeilijk werd om er doorheen te komen. We snoepten ook anderhalve minuut van de blessuretijd af door het spel niet direct te hervatten. Dat punt hebben we zeker verbeterd, ook door ervaringen in Europese wedstrijden. Als je even niet scherp bent bij een corner of vrije trap, kan die bal zomaar binnenvallen.”

Dit neemt niet weg dat de manier waarop Ajax na de winterstop voetbalt nog veel ruimte laat voor verbetering. “We geven niet veel weg, maar dat is niet waar Ajax om bekend staat,” erkent Gudelj. “Ik geloof best dat het op heatmaps soms lijkt alsof er een hek voor het doel van de tegenstander staat. We moeten niet alleen goed verdedigen, maar ook kansen creëren. Als we in de buurt van het doel kwamen, was het wel direct gevaarlijk. Veltman werd mooi vrijgespeeld, Younes meldde zich diverse keren en El Ghazi kreeg ook wat kansen.”