Door Mike van Damme

“Ik train mijn trainingen, en ik denk dat het Ajaxtrainingen zijn.” Met die opmerking stelt Marcel Keizer de fans van Ajax, die vorig jaar aantrekkelijk en aanvallend zagen, gerust. De nieuwe trainer gaat het roer niet omgooien, laat hij weten tijdens zijn eerste persmoment, waarbij Ajax Life ook aanschuift.  "Ik zie dat de spelers nu ballen spelen die ik stimuleer. Misschien dat het vorig jaar bij Jong Ajax daarom zo goed ging. Mijn visie is de visie van Ajax."

Het probleem van vorig seizoen is dat het verfrissende spel uiteindelijk geen prijzen opleverde. “Het voetbal is prachtig, dat moet ook blijven. Maar er moeten uiteindelijk wel weer prijzen worden geworden,” stelt Keizer. “Dat moesten Frank de Boer en Peter Bosz, dat moet ik ook. Dat doe je het liefst met spel waar het stadion vrolijk van wordt, en waar spelers plezier in hebben. Als zij dat hebben, hebben de fans dat ook.”

Van Bosz werd gezegd dat hij niet echt een plan B had op het moment dat het niet liep. Dat zou ook een kritische kanttekening vanuit het Technisch Hart zijn geweest in de seizoensevalutatie. Keizer gaat, ook nu de fundering goed is, wel bouwen aan een plan B. "Ik heb een plan B, en een plan C. Plan B kan zijn dat je Klaas Jan en Kasper naast elkaar zet. Maar dan kan het niet zo zijn dat ik tegen degene die op de bank zit, zeg: 'Kom er maar bij, huppakee, hatsikidee, en ga er maar in. Dan moet de rest van het team ook weten wat het moet doen in zo'n situatie. Plan C is dat je ook in een andere formatie kunt spelen, ook met dezelfde elf spelers in het veld. Maar daar hebben we de tijd voor. Verwacht niet dat ik over drie weken al een paar goede plannen heb liggen."

In Oostenrijk traint Keizer met een nagenoeg complete selectie, op weg naar de voorronden van de Champions League. Alleen Andre Onana, Amin Younes en Vaclav Cerny sluiten nog aan. En eventuele aankopen, al moeten we niet gek opkijken als die er niet komen. Keizer heeft zelf geen wensenlijstje voor Marc Overmars.

“Ik vind dat deze groep bij elkaar gehouden moet worden. Dat heb ik gevraagd. Als dat lukt, zijn we een heel eind.”