Er speelden in het seizoen 2019/2020 liefst zes eredivisieclubs op kunstgras. En dat zijn er zes te veel als je het ons vraagt. Het ging om Heracles, FC Emmen, Sparta, ADO Den Haag, PEC Zwolle en VVV-Venlo. De laatste drie hebben al geluisterd naar de wens voor een kunstgrasvrije eredivisie en gaan deze zomer over op echt gras.

Ook Emmen en Sparta hebben plannen om hun plastic sprieten in te ruilen voor puur natuur, maar de realisering daarvan laat nog even op zich wachten. De clubs geven aan echt wel over te willen op natuurgras, maar dat het facilitair en financieel gezien nog niet haalbaar is voor komend seizoen.

Heracles is echter helemaal een vreemde eend in de bijt. Waar de kunstgrasvelden in de competitie stuk voor stuk verdwijnen, laat de club uit Almelo juist weer een nieuwe plastic mat aanleggen. Die beslissing wordt niet bepaald met gejuich ontvangen door de overige eredivisionisten, maar de Heraclieden stellen dat het een weloverwogen besluit is geweest.

“In onze emotionele wereld nemen wij al jaren rationele beslissingen. Deze keuze biedt ons diverse sportieve, financiële en organisatorische voordelen waarmee we ook in deze lastige tijd voor team en staf optimale trainings- en wedstrijdfaciliteiten kunnen bewerkstelligen,” zo lezen we op het digitale huis van Heracles.

In het nieuwe seizoen is het aantal clubs dat op een onnatuurlijke ondergrond speelt in ieder geval gehalveerd. Emmen, Sparta en Heracles hoeven trouwens niet bij Ajax aan te kloppen om spelers te huren, want de club heeft aangegeven geen voetballers meer uit te lenen aan teams die op nepgras voetballen.